Beheerders van beschilderde illusionistische decors & rekwisieten

Juli 2021, Dr. Bruno Forment


In deze Bronnengids vind je verder ook:

  • 175 opgerolde doeken, waarvan 101 tweezijdig beschilderd. In totaal zijn er 276 geschilderde decorelementen. Samen behelst de collectie 33 decorensembles van maximaal vier plans. Bij gebrek aan een historische inventaris valt de volledigheid op collectieniveau (voorlopig) niet te bepalen. De ensembles beslaan een grote variatie aan settings in diverse historischgeografische stijlvarianten.
  • Aan de basis van de collectie ligt de decorstock van Willem Van den Berghe’s reizende schouwburg, die ooit opgedeeld raakte onder en uitgebreid werd door Willems familieleden en opvolgers, Richard, Florent en Jan Van den Berghe. De verzameling in beheer van Circus Ronaldo vertegenwoordigt Richards deel, waarvan één poot in particulier bezit (erfgenamen) is achtergebleven. Andere doeken van de familie Van den Berghe worden beheerd door Balletstudio Josée Nicola en Chris Van Goethem.
  • De doeken werden tussen 1907-1962 vervaardigd door Willem, Jan, Richard en Florent Van den Berghe.
  • Een uitgebreide beschrijving van de collectie kan je vinden in Bruno Forment, Een cross-collections waardering van historische decors in Vlaanderen. Rapport (2019), downloadbaar vanaf deze webpagina.

Terug naar het snelmenu

  • 239 geschilderde decorelementen op 143 opgerolde doeken, waarvan 94 tweezijdig beschilderd. Samen behelst de collectie zeker 31 decorensembles van maximaal vier plans. Bij gebrek aan een historische inventaris valt de volledigheid op collectieniveau (voorlopig) niet te bepalen. De ensembles beslaan een grote variatie aan settings in diverse historisch-geografische stijlvarianten.
  • Analoog aan de collecties beheerd door Circus Ronaldo en Chris Van Goethem getuigen de decors van de toneelactiviteit van de reizende familie Van den Berghe in de eerste helft van de twintigste eeuw.
  • De doeken werden tussen 1907-1962 vervaardigd door Willem, Jan, Richard en Florent Van den Berghe. Omstreeks 1990 werden zij overgedragen door Florent Van den Berghe aan de huidige beheerder.
  • Een uitgebreide beschrijving van de collectie kan je vinden in Bruno Forment, Een cross-collections waardering van historische decors in Vlaanderen. Rapport (2019), downloadbaar vanaf deze webpagina.

Terug naar het snelmenu

De collectie van Chris Van Goethem bestaat uit twee deelcollecties:

  • Deelcollectie ‘Turnhout’:
    • Verworven vanwege het Turnhoutse Theater Stap.
    • 46 geschilderde decorelementen op 25 opgerolde doeken, waarvan 21 tweezijdig beschilderd. Samen behelst de collectie 5 decorensembles van maximaal vier plans. Bij gebrek aan een historische inventaris valt de volledigheid op collectieniveau (voorlopig) niet te bepalen. De ensembles beslaan een zekere variatie aan interieurs als exterieurs.
    • Analoog aan de collecties beheerd door Circus Ronaldo (Koningshooikt) en Balletstudio Josée Nicola (Beringen) getuigen de decors van de toneelactiviteit van de reizende familie Van den Berghe in de eerste helft van de twintigste eeuw.
    • De doeken werden omstreeks 1927-28 vervaardigd door Jan Van den Berghe.
  • Deelcollectie ‘Berchem’:
    • Verworven vanwege Zaal De Nieuwe Vrede in Berchem.
    • 7 fonddoeken en 1 fries. Twee doeken vormen een (onvolledig) ensemble; een bosfries kan met andere doeken gecombineerd worden; de overige achterdoeken dienen afzonderlijk gebruikt te worden, al dan niet in combinatie met neutrale poten en friezen. Bij gebrek aan een historische inventaris valt de volledigheid op collectieniveau (voorlopig) niet te bepalen.
    • De doeken werden in de jaren 1930-40 geschilderd door Berchemnaars Frans Van den Berghe, A. Dom, Armand Laureys, Joseph Peeters en Albert Van der Spiegel. Ze werden gebruikt door Berchem’s Jeugd, een katholiek geïnspireerd amateurgezelschap dat van 1908 tot 1953 toneelstukken en revues monteerde in Zaal De Nieuwe Vrede. De revues van stichter-auteur Aloïs Peeters speelden zich vaak af tegen plaatselijke locaties, vanwaar de voorstelling van het Antwerpse Steen en de verdwenen Mechelsepoort op twee doeken.
  • Een uitgebreide beschrijving van de collectie kan je vinden in Bruno Forment, Een cross-collections waardering van historische decors in Vlaanderen. Rapport (2019), downloadbaar vanaf deze webpagina.

Terug naar het snelmenu

De collectie van de Koninklijke Stadsschouwburg omvat twee deelcollecties:

  • Deelcollectie Historische decors Koninklijke Stadsschouwburg:
    • Ca. 80 beschilderde decorstukken: 2 zetstukken, 17 meubels en een 60-tal rekwisieten. Zij vormen fragmenten van interieursets die niet meer gereconstrueerd kunnen worden.
    • Bij gebrek aan historische opstellings- en/of speelfoto’s laat het auteurschap van de Brugse repertoiredecors en -rekwisieten zich niet eenvoudig raden. Diverse archivalia suggereren dat negen stukken restanten vormen van het decorrepertoire waarmee de Stadsschouwburg in 1869 werd uitgerust door Constant Braeckman (1831-na 1871), die tevens het interieur van het gebouw decoreerde. Een factuur en foto in het Brugse Stadsarchief geven aan dat de uitgebreide reeks rekwisieten in 1886 werden geleverd door Charles Hallé fils, de vaste accessorist van de Parijse Opéra en van talrijke theaters wereldwijd.
  • Deelcollectie Brugs Narrenschip/Willen is Kunnen
    • Het betreft twaalf decordoeken van twee recent opgedoekte revuegroepen. De doeken dienen individueel te worden ingehangen, in combinatie met neutrale friezen en poten. Vermeldenswaard zijn de diverse iconische Brugse zichten, waaronder van de Grote Markt en de Rozenhoedkaai.
    • Vlaanderen telt meerdere, aan revue gerelateerde decorcollecties: andere voorbeelden vinden we bij ShowTex en Van Goethem (deelcollectie Berchem). De Brugse (deel)collectie is van lokale betekenis doordat ze herinnert aan de Brugse gezelschappen Willen Is Kunnen (1910-2010) en Brugs Narrenschip (1961-2011). Beiden traden op in de Stadsschouwburg. Voor de aankleding van hun spektakels huurden WIK en BN vaak doeken bij de Amsterdamse firma Beyne (thans ShowTex). Daarnaast lieten zij ‘Brugse’ doeken vervaardigen door plaatselijke kunstschilders als Miel Verrecas.
  • Een uitgebreide beschrijving van de collectie kan je vinden in Bruno Forment, Een cross-collections waardering van historische decors in Vlaanderen. Rapport (2019), downloadbaar vanaf deze webpagina.

Terug naar het snelmenu

De collectie van de Kortrijkse Schouwburg kan opgedeeld worden in:

  • De Collectie Albert Dubosq:
    • Met de Dubosq-collectie bezit de Kortrijkse Schouwburg als enige stadstheater in Vlaanderen een (zo goed als) volledig decorrepertoire.
    • Het geheel stamt uit 1913-26 en is vernoemd naar zijn voornaamste vervaardiger, Albert Dubosq (1863-1940). Dubosq staat bekend als de belangrijkste decorateur tijdens de Belle Epoque. De collectie bevat evenwel ook materiaal van Joseph Denis (1880-?), die leerling was van Dubosq: een volledig decor (“Bateau”, 1923) en enkele complementaire decorstukken van Denis.
    • Het geheel vertegenwoordigt met 314 zetstukken, 35 doeken en 59 rekwisieten de grootste verzameling historische decors van Europa.
    • Een aantal stukken uit de collectie werden in 2018 erkend als Vlaams Topstuk. Je kan ze bekijken op deze website (zoekterm Dubosq).
  • Deelcollectie Joseph Denis:
    • 19 beschilderde decorstukken: 17 zetstukken en 2 meubels. Een historische inventaris wijst uit dat het om restanten gaat van het decorrepertoire waarmee de Schouwburg in 1938 werd uitgerust. De overgebleven stukken werden tot ca. 1994 aangevuld met andere (verdwenen) zetstukken en doeken om diverse ensembles te vormen. Geen van die laatste kan nog gereconstrueerd worden.
    • De collectie is het werk van Joseph Denis (Antwerpen, 1880-na 1939), opvolger van Albert Dubosq. Denis’ atelier schilderde in de jaren 1920-30 een belangrijk portfolio voor diverse schouwburgen in Vlaanderen en Brussel, waaronder de Bourla (Théâtre Royal).
    • Deze deelcollectie werd recent geschonken door Stad Leuven.
  • Overige historische decors:
    • 94 decorstukken: 7 fonddoeken, 6 poten, 37 zetstukken, 8 prakticabele elementen en 34 rekwisieten, vervaardigd uit allerhande materialen. De stukken suggereren een waaier aan settings, maar dienen vervolledigd te worden met ‘Dubosq’-decors om tot volledige ensembles te komen. Er bestaat geen historische inventaris waaraan de volledigheid van de bewaarde decorstukken afgetoetst zou kunnen worden.
    • Het historisch gebruik van de decorstukken is goed gedocumenteerd in het Stadsarchief van Kortrijk en diverse privéarchieven. Historische programma’s en speelfoto’s geven aan dat het gros van de stukken werd vervaardigd voor operetteproducties van het Kortrijks Lyrisch Toneel en zijn voorlopers, de Vlaamsche Zonen, het Komiteit voor het Inrichten van Kunstvoorstellingen en de Lyrische Kunstenaars.
    • De vervaardigers van de decorstukken zijn lokale schilders (bv. Henri Deleu en Achiel Sengier) en amateurs (Charles Marchal).
  • Meer lezen over deze deelcollecties:

Terug naar het snelmenu

  • 4 geschilderde achterdoeken; één is tweezijdig beschilderd. Foto’s en een historische inventaris wijzen uit dat de doeken de begrenzing vormden van repertoiredecors, aangevuld met vakken, zijschermen, plafonds en/of friezen. Laatstgenoemde stukken werden omstreeks 2002 vernietigd. De bewaarde doeken verbeelden uitsluitend exterieurs.
  • Bij gebrek aan historische speelfoto’s is het niet duidelijk voor welke toneelstukken de decors fungeerden. Wel is zeker dat de doeken uiterlijk in 1947 tot stand kwamen en onder meer door het plaatselijke Rust Roest werden gebruikt. Schilder Alfons Betz (1892-1968) en diens zoon Karel (1915-1978) waren beiden lid van dat gezelschap.
  • Een uitgebreide beschrijving van de collectie kan je vinden in Bruno Forment, Een cross-collections waardering van historische decors in Vlaanderen. Rapport (2019), downloadbaar vanaf deze webpagina.

Terug naar het snelmenu

  • 272 geschilderde achterdoeken. Een historische inventaris wijst uit dat de meeste doeken individueel werden vervaardigd; bij een aantal doeken hoorden (verdwenen) zijschermen en zetstukken. De doeken beslaan een uitzonderlijk grote variatie aan settings in diverse historisch-geografische varianten en stilistische registers – van traditioneel illusionistisch tot sterk gestileerd.
  • De collectie is afkomstig van het Amsterdamse W[illem] Beyne & Zn., dat van 1896 tot 2000 een reputatie uitbouwde als vervaardiger en verhuurder van toneeldecors en theatertextiel. Het gros van de doeken kan in de jaren 1950-60 gedateerd worden. Sommige doeken zijn naar verluidt tot honderd jaar oud; andere werden pas in 1995 geschilderd, wat nader onderzocht dient te worden.
  • Uniek is dat zich verdwenen stadszichten, landschappen en interieurs, waaronder in historische modernismen, onder de verbeelde settings bevinden. De schilders van de doeken zijn in enkele gevallen bij naam gekend: Jan Peels, Karel Otte, Koen Nagel, Sandra Fischer … Uitzonderlijk zijn de twee doeken die naar bekende buitenlandse ontwerpers (Franz Angelo Rottonara en Emil Preetorius) zijn gerealiseerd.
  • De doeken werden in 2000 door ShowTex (toen Pandora) verworven via de overname van Beyne.
  • Een uitgebreide beschrijving van de collectie kan je vinden in Bruno Forment, Een cross-collections waardering van historische decors in Vlaanderen. Rapport (2019), downloadbaar vanaf deze webpagina.

Terug naar het snelmenu

  • In het Cultuurcentrum van Strombeek doken acht doeken op van de hand van Thierry Bosquet (°1937) voor twee producties van de Muntschouwburg: Der Rosenkavalier (1973) en Falstaff (1980). Zij zijn intussen opgenomen in het Archief van De Munt.

Terug naar het snelmenu

  • Van de familie Van den Berghe (zie de collecties van Circus Ronaldo, Balletstudio Josée Nicola en Chris Van Goethem) bestaan nog twee afzonderlijke doeken bij evenveel privébeheerders.
  • In september 2019 doek een achterdoek op van Rex Whistler voor Ninette de Valois’ ballet The Rake’s Progress, zoals in 1972-73 heropgevoerd door het Ballet van Vlaanderen.

Terug naar het snelmenu

Trefwoorden

, ,
, , , , ,
,
, , , ,
, ,